Om immuniteit tegen COVID-19 vast te stellen wordt algemeen gerekend op de IgG-testen. Maar een nieuwe studie werpt hierop een totaal ander licht: de T-cel-immuniteit blijkt veel hoger dan IgG-test-cijfers aangeven.

Na de eerste, snelle reactie van het ‘aangeboren immuunsysteem’ op een infectie, komt het ‘adaptatieve’ immuunsysteem trager op gang om een ‘specifieke’ verdediging te realiseren. Maar de IgG (Immunoglobuline-G) maken daar maar de helft van uit. Ook gespecialiseerde immuuncellen, de T-cellen, onthouden de signatuur van de ziekteverwekker (hier COVID-1), en worden opgeslagen in de ‘immuunbibliotheek’. Bij een volgende infectie worden dan de overeenkomstige T-cellen zeer snel massaal geproduceerd om de ziekteverwekker op te ruimen. Maar dit wordt normaal gezien niet gemeten…

In een Zweedse studie bleek 30 % van de bloeddonoren T-cel-immuniteit te hebben (mei 2020). Bij COVID-19-patiënten én hun familieleden (zonder symptomen) bleek de T-cel-immuniteit tweemaal hoger te liggen dan bij IgG-tests.
En dit is volgens de onderzoekers veelbelovend.

Verzwakt afweersysteem
De immuniteit verhogende eigenschappen van vitamine C

Meer lezen:
Dossier Covid-19
Wereldvaccinatie tegen corona?
Coronatesten: welke, wanneer, en wat vertellen ze?