Nieuwsbrief ABC Gezondheid
uw e-mailadres
Privacybeleid
Schrijf u in op onze nieuwsbrief
   
Enquête
Heeft u last van lentemoeheid?
ABC GEZONDHEID - Artikels
19 augustus 2007
Aloë vera zalf natuurlijk middel tegen een verbrande huid
| 19/08/2007 |
Terug Verstuur link
lijn
Aloë vera zalf natuurlijk middel tegen een verbrande huid Substanties uit de Aloë vera plant worden al jaren medicinaal gebruikt. Verschillende wetenschappers kwamen tot de vaststelling dat Aloë vera zalf goed in staat is om huidirritaties en lichte brandwonden, die veroorzaakt worden door X-stralen, perfect te behandelen. Aan de Japanse Hoshi universiteit ontdekte men waarom de Aloë vera over dergelijk goede eigenschappen beschikt. In het verleden werden de capaciteiten van de plant door sommigen in twijfel getrokken. De Aloë vera beschikt over een antioxidant die zeer krachtig reageert tegen de vrije radicalen die ontstaan door bestralingen. Substanties van de plant beschermen namelijk glutathion. Ons lichaam produceert zelf glutathion. Deze zeer krachtige antioxidant heeft een gunstige invloed op de lever- en galfunctie. De lever breekt schadelijke stoffen af met behulp van glutathion en ontgift het lichaam. Bestralingen kunnen in sommige gevallen leverschade veroorzaken.
De Aloë vera zalf wordt ook gebruikt om lichte brandwonden, huidverbranding door de zon, insectenbeten tot zelfs bepaalde gewrichtspijnen te verzachten. De Aloë vera is een natuurlijke pijnstiller, zorgt voor een degelijke hydradatie van de getroffen huid, versnelt de genezing en vermindert door zijn antioxidatieve kracht de kans op ontstekingen.
Aloë vera zalf wordt ook soms gebruikt om nagelbijtende kinderen op andere ideeën te brengen. Men smeert de nagels en de randen er rond in met Aloë vera. De scherpe, bittere geur weerhoudt kinderen er van om op hun nagels te bijten.

Lees ook: Zonnebrand

Bronnen:
Richardson J, Smith JE, McIntyre M, Thomas R, Pilkington K.
Aloe vera for preventing radiation-induced skin reactions: a systematic literature review.
Clin Oncol (R Coll Radiol). 2005 Sep;17(6):478-84.

 

lijn